Coronacation – the sequel – the final episode [klik hier om terug te gaan naar deel I]
“So… we leave on Monday, really early.”
“Yeees?”
“At six.”
De manager, de receptionist, onze vaste ober; elke Italiaan binnen de Borgo tegen wie ik die zeg, kijkt me aan alsof hij wil antwoorden “je bennie goeeeeed”. Ik geef ze geen ongelijk, maar we hebben de drukte op de heenweg gezien én we hebben onze tussenovernachting in Duitsland inmiddels geannuleerd, dus we moeten wel. Worst case scenario kunnen we onderweg natuurlijk altijd iets nieuws boeken, maar het liefst rijden we in één ruk naar huis.
De laatste keer dat we dat deden is alweer zeker tien jaar geleden. Dus spannend wordt het wel maar met die regels die elke week veranderen heb je bijna geen andere keus. Testen (voor Stijn) in Italië kon alleen op een uiterst Italiaanse manier; een uur rijden vanaf ons hotel en op zondag gesloten. Heb je wat aan, als je maandag een testresultaat nodig hebt dat niet ouder mag zijn dan 24 uur. En living on the edge met het risico dat het hotel je de toegang weigert omdat je administratie niet in orde is, is niet #Steefproof.
But I’ve got a plan…
Aldus hadden we een plan bedacht. Om 06:00 uur vertrekken zodat we in ieder geval filevrij tot Firenze zouden komen. Vervolgens zouden we omstreeks 10:00 uur bij Milaan zijn, waar de ochtendspits dan ver voorbij zou zijn.
De eerste hiccup kwamen we tegen bij de oprit naar de autoweg naar Bologna: die was dicht. Oké, dus eerst een stukje richting Roma en vervolgens na de eerstvolgende afslag, er aan de andere kant weer op… dachten we. Maar ook omleidingen gaan Italian style: waarom moeilijk doen als je ook gewoon kunt keren op de weg…. de snelweg wel te verstaan. Weliswaar rond de tolpoort, maar dan nog: je keert met een snelheid van nog geen 20 km/uur terwijl er verkeer tegemoet komt dat zeker 80 km/uur rijdt. Godskanonne en dat om 07:00 uur ’s morgens, zonder koffie. Dan ben je wel wakker hoor, dat kan ik je wel zeggen. Maar het ging goed, en achteraf kunnen we alleen maar lachen om deze op en top Italiaanse manier.
Met drie nieuwe grijze haren en een halve hartverzakking later zetten we de rit voort richting Milaan. Ik moet toegeven dat ik af en toe zit te knikkebollen. En uiteraard ben ik – zoals elk jaar – te laat om een foto te maken als we langs Gucci HQ – moederschip der moederschepen – zoeven.
“Hé, stond daar nou niet heel klein A8/A9 Como Chiasso op dat bord bij die afslag? Hmm, never mind. De navigatie zegt niks en Erwin ook niet dus het zal wel goed zijn.” Even later zegt Erwin dat “het ding” net aan het rommelen en herbereken was, waarschijnlijk toen ik mijn ogen net dicht had. En nu ik om me heen kijk, herken ik dit stuk van Milaan helemaal niet, ook niet van de heenweg. Vervolgens begint die navi-troel te roepen dat we de A4 richting Torino moeten volgen…. Que?! Dat is helemaal naar links (als je de kaart van Italië voor je ziet)? Why?! Ik. Wil. Niet. Naar. Frankrijk. Al zou het drie uur reistijd schelen, ik wil niet via Frankrijk.
We besluiten eigenwijs te doen en volgen gewoon Como, al wordt die route aangegeven met een strada statale en geen autostrada en zal dus langer duren. Na ongeveer een half uur “onbekend” terrein – en een tolweg zonder poortje maar met camerasysteem dus god weet wat we nog thuis krijgen, maar goed – komen we dan toch op de A9 uit. Vervolgens staan we wel stil. Echt stil. Italiaans stil, dus er zal wel weer ergens een weg dicht zijn. Duurt uiteindelijk een dik half uur en als Erwin zegt dat ie vlak voor de grens nog even wil tanken, zoeven we de “final filling station in Italy” voorbij. Elk jaar weer. Elk jaar zegt ie “dat is nog wel een stukske”. En elk jaar staan we voordat we het weten aan de Zwitserse grens. En net als elk jaar doet onze casual look wonderen want ook dit jaar mogen we weer zo doorrijden. We hadden dus wéér gewoon een doos wijn extra mee kunnen nemen hahaha.
Been there, done that
We karren rustig Zwitserland door en herinneren ons dat de eerste stop na de grens altijd druk is. Als we voorbij rijden, zien we echter dat dit wel meevalt – we zijn ook bijna drie uur eerder dan “normaal” hier. Dan toch nog maar even doorrijden tot Bellinzona, waar ze Duits, Engels en Italiaans door elkaar spreken. Heerlijk. Gelukkig is de WC wel gewoon Duits en niet Italiaans. Het is inmiddels 12:00 uur, dus een vers broodje en een kop koffie gaat er ook wel in, na alle zoete kleffe (maar wel lekkere) broodjes uit de supermarkt.
Als je zo’n lang stuk gaat rijden, helpt het om in gedachten ‘mijlpalen’ neer te zetten. Die je dan afvinkt als je ze gehad hebt. Zo hadden wij Firenze, Milano, de grens tussen Italië en Zwitserland en de eerstvolgende is de Gotthardtunnel. Omrijden zoals op de heenweg zouden we niet meer doen, we zouden gewoon ons lot accepteren. En dat viel reuze mee, slechts 40 minuten wachttijd. De andere kant op, richting het zuiden zag het er veel slechter uit. Tijdens zo’n rit houd ik trouwens ook altijd de Twitter-feed van @ANWBeuropa in de gaten voor filemeldingen #TipvanSteef.
Na de Gotthardtunnel is Basel c.q. de grens tussen Zwitserland en Duitsland de volgende mijlpaal. Normaal gesproken staan we dan eerst nog een uur in de file bij Luzern, maar aangezien we vanochtend vroeg (lees: midden in de nacht) vertrokken en alles tot nu toe voorspoedig ging, zijn we ook hier het woon-werkverkeer voor. Ook hier wordt ons aan de grens niks gevraagd en kunnen we zo door rijden. Hoppaaaaaa, klaar voor het laatste stukje!
We zijn er bijna, maar nog niet helemaal (…)
Of nou ja, nog een uurtje of zes. Want we overnachten nu dus niet in Freiburg. En ook geen Europa-Park dit jaar. Het is inmiddels vier uur ’s middags; we gooien er nog wat goudgeel krachtvoer in bij onze gebruikelijke stop en met een beetje geluk zijn we rond 10 uur vanavond thuis.
Rond Karlsruhe (ook een gebruikelijke mijlpaal) wordt het wel weer even spannend, want de A6 en A61 richting Koblenz zijn nog steeds deels afgesloten als gevolg van de wateroverlast. Dat staat echter niet ruim van te voren aangegeven, wat je wel van de gründliche Duitsers zou verwachten. En aangezien onze stomme navigatie ons nog steeds richting Frankrijk wil sturen (“Have we met, Sister?!”), zit ik weer met mijn opengevouwen kaartje op schoot. Ik weet niet meer precies hoe we zijn gereden op de heenweg. “Darmstadt, haha”, denk ik zodra er een verkeersbord langskomt. Oh ja, daar moest ik op de heenweg ook om lachen. Oké, dan zitten we goed.
Zodra we Köln zien op een bord langs de A67 met nog zo’n 250 kilometer te gaan, komt het einde in zicht. De laatste loodjes zijn echt het zwaarst en vlak voor de grens met Nederland worden we nog getrakteerd op een een flinke regenbui.
“Halloooo, welkom thuis!”
Geheel tegen mijn gebruikelijke gevoelens in, ben ik blij dat ik weer thuis ben. Afgezien van die regen dan. Ik heb ervan genoten om weer in mijn favoriete vakantieland te zijn, maar onbezorgd was het zeker niet. Ook weet ik nu heel zeker dat ik niet meer in augustus naar Italië wil. Maar hey, des te meer reden om die andere schoolvakanties optimaal te benutten (lees: NIET met een vakantiehuisje in Nederland) ;-P