Weet je nog dat we in de carnavalsvakantie huisjes gingen testen in Zandvoort? Tegen de tijd dat het bijna meivakantie werd, begon het weer te kriebelen. Niet meteen om nu weer een huisje te boeken, maar na bijna anderhalf jaar geen echte vakantie, grijp ik elke mogelijkheid aan om er even tussen uit te gaan.
Ik gooide Qurios Zandvoort door Google en verslikte me spontaan in mijn koffie. Hetzelfde huisje, hetzelfde aantal nachten… bijna vier keer (VIER!!! KEER!!!) zo duur als in februari. Doei. Ik dacht het niet. Voor dat geld kan ik ook ergens naartoe waar ik het oprecht leuk vind. Dat ik vakantiehuisjes way overrated vind, wist je al. Maar vaker dan me lief is, laat ik me door mijn mannen toch weer overhalen. The things we do for love, you know… Hoewel het dit keer eigenlijk de schuld is van mijn personal travel agent, dat ik weer viel voor een vakantiepark. Godzijdank is er meer in de wereld van CenterParcs (te hysterisch), Landal (teveel natuur) en Roompot (alleen de naam al). Na de hartverzakking en twee keer Googelen naar alternatieven was ik er weer klaar mee, dus ik stuurde een mailtje naar Vief. In de hoop dat ze met een hotel kwam natuurlijk.
Binnen 24 uur had ik een mail terug met twee opties; een hotel en een vakantiepark. Ha. Ha. Funny, Vief. Oké, doe maar gewoon dat hotel. Maar manlief trekt natuurlijk het park even door Google. “Hé, kijk eens”, zegt ie. “Ziet er best mooi uit.” Ik frons, want ik kan me er weinig bij voorstellen. “Laat zien”, zeg ik.
“Hmm..” *eyebrows up*. Het ligt aan het water en op een steenworp afstand van Amsterdam. De huisjes zelf geven in eerste oogopslag ook een redelijke #Steefproof indruk. En als ik heel eerlijk ben, doen de foto’s van het hotel een beetje hysterisch aan… Ik besluit de gok de wagen: we gaan naar EuroParcs Poort van Amsterdam. Twee nachten overleef ik wel, op voorwaarde dat de bedden opgemaakt zijn bij aankomst.
Bug off
We zitten inderdaad onder de rook van Amsterdam. Heerlijk, love it! Hoewel ik The Dam gemist heb (en nog steeds mis), voel ik nog niet meteen de behoefte om de drukte daar op te zoeken. Gelukkig zijn er genoeg andere uitstapjes mogelijk: lekker de toerist uithangen in Marken, Monnickendam en Volendam. Alles op zo’n 10 tot 15 minuten rijden. Vis eten en kaas kopen. Bijna krijg ik keuzestress en spijt dat we slechts twee nachtjes hebben geboekt. Bijna zeg ik he, want zodra ik bij het inchecken de klapper “plaagdierbestrijding” op de balie zie liggen, poppen mijn ogen bijna uit hun kassen. W.T.F. moet hier bestreden worden?! Hadden ze die klapper nou niet even weg kunnen leggen, want dit wil ik dus echt niet weten.
Ik stap dan ook vrij beladen ons huisje binnen en zie meteen een mier over de deurpost gaan. Oh god, het zal toch niet he. Gelukkig blijft het bij die enkele en de verdere inspectie wekt mijn verbazing op een positieve manier. Dit vierpersoonshuisje is letterlijk twee keer zo groot als de bouwkeet in Zandvoort en de zespersoonshuisjes van Landal in Apeldoorn. Ruimte, ruimte, ruimte! Het staat me altijd zo tegen dat je vaak amper je kont kunt keren, maar hier kun je zowaar “e welske make” in de woonkamer. Ook de badkamer (met douche én bad) is lekker ruim, net als de slaapkamers. Wat dat betreft is het zeker #Steefproof. En zelfs met het rekje om je handdoeken te laten drogen in de gang, is er voldoende doorgang. Ja, dát haat ik echt aan zo’n huisje; zo’n afschuwelijke boodschappenshopper met handdoeken die je mee moet slepen. Net als die krat met levensmiddelen. Het voelt zo “camping”. Maar goed, voor twee nachten valt het te overzien.
Terwijl ik op de bank zit en de foldertjes doorneem om te bekijken wat er nog meer te doen is in de omgeving en te bedenken wanneer we wat zouden kunnen doen, zie ik iets voor het raam op en neer vliegen. Op zich nog niet zo bijzonder, echter wel als het ergens invliegt en even later weer eruit. En een paar minuten later in de herhaling. K*t, nou daar heb je je plaagdier, Steef. Ik ga uiteraard meteen op nader onderzoek uit en ontdek een gaatje in het kozijn. Maar – tot mijn grote opluchting – geen verbinding naar binnen. Voor zover ik kan zien althans. Oké, zolang het buiten blijft en er de volgende ochtend niks op de vensterbank ligt, overleef ik dit wel. Anders sta ik natuurlijk binnen no time bij de receptie. Maar verkassen binnen het dorp heb ik nu eigenlijk ook geen zin meer in, nadat ik de verhuizing Maastricht – Uitdam heb afgerond.
Muggen zitten er trouwens wel veel, maar dat kan ook bijna niet anders, zo aan het water. Gelukkig kan ik goed overweg met slippers en zal er hooguit “Steef was here” op de muren achter blijven. Het park is niet hysterisch groot, maar wel groter dan Qurios Zandvoort. De huisjes zien er van buiten allemaal gezellig uit. Het is echt een dorpje op zich, met voldoende speeltuintjes voor kinderen. Het zwembad – overigens niet heel groot – is gelukkig gesloten (ha ha), maar er is een voetbalveldje en een minigolfbaan. Er is ook een supermarkt maar deze heeft een zeer beperkt en overpriced assortiment, dus boodschappen kun je beter doen in een van de dichtstbijzijnde dorpen.
Shoppen? Waar dan?
In Monnickendam parkeerden we gratis (ja echt!) bij De Grote Kerk, ook wel Nicolaaskerk genoemd. Het is een genot om door het pittoreske oude centrum te wandelen, met al die prachtige panden met gevelstenen. Op het terras van Brasserie de Waegh genoten we van een heerlijk aperitivo in de zon, met uitzicht op de haven.
Ook in de haven van Marken is het genieten met een grote G. Het was er zo druk, dat we zelfs even moesten wachten tot er een tafel beschikbaar voor ons was. Marken ligt op 5 minuutjes rijden vanaf het park. Parkeren (€ 3 per uur) doe je op het parkeerterrein als je Marken in rijdt. Je kunt er echter ook per boot naartoe vanuit Volendam. Die overtocht duurt ongeveer een half uur.
Over Volendam gesproken; het is Valkenburg 2.0 maar te leuk om over te slaan. Het ligt op zo’n 15 tot 20 minuten rijden vanaf het park. Geloof het of niet, maar ook hier kun je gratis parkeren bij het Marinapark (adres: Pieterman 1). Vervolgens is het zo’n tien minuten wandelen tot de haven. Op de dijk ligt het ene gezellige terras na het andere, maar helaas zat alles bomvol. Gelukkig zijn er ook genoeg viskraampjes dus we genoten in het gras van een bakje vers gebakken kibbeling en een garnalenkroket. Zonnetje op m’n kop, geluid van het water op de achtergrond: ultiem vakantiegevoel.
Heb je nou alleen maar gegeten en op het terras gezeten daar?
Ik hoor het je denken. Ja, eigenlijk wel. En het was heerlijk. Want koken in zo’n huisje, daar heb ik echt geen zin in. Moet je ook weer spullen voor meenemen enzo 😉
De laatste dag, voordat we naar huis gingen, brachten we nog een bezoek aan de Zaanse Schans. Een openluchtmuseum met een brok Nederlandse geschiedenis, maar waar ook nog steeds mensen wonen en werken. Molens, een bakkerijmuseum en een kaasmakerij zijn slechts een paar ambachten die je kunt bezoeken. De toegang tot het openluchtterrein is gratis, maar voor sommige musea of werkplaatsen betaal je wel entree. Uiteraard is er ook een shop waar ik mijn toeristenhart kon ophalen en zijn er heerlijke fotogenieke spots waar je je kunt laten gaan #allesvoorthegram. Kortom, ook hier heb ik me vermaakt (en een lekkere verse stroopwafel gegeten #nevernoteating).
Noord-Holland is een heerlijke provincie voor een kort uitstapje in eigen land. En ja, EuroParcs Poort van Amsterdam is zeker #Steefproof. De bij of wesp die een nest aan het bouwen was in het kozijn heb ik gelukkig niet binnen gezien en ook de mier bij de deur is de rest van zijn vrienden niet meer gaan halen. Achteraf gezien had ik hier ook best een nachtje langer kunnen blijven. Alleen niet in de zomer denk ik… beestjes enzo.