“Ooohoooooo waar ben ik ook weer aan begonnen?!” Ieder normaal mens telt af naar de vakantie. Ik word hoe langer hoe zenuwachtiger als de vertrekdatum nadert. Natuurlijk verheug ik me erop, maar met name het dáár zijn. Niet de reis er naartoe. En dan heb ik het nog niet eens gehad over al die “wat als…” – scenario’s die zich afspelen in mijn hoofd.
Ik heb een theorie. Je mag het ook illusie noemen, maar ik geef er de voorkeur aan om dat niet te doen. Mijn theorie is namelijk dat er in de winter op Tenerife nauwelijks kakkerlakken (oh alleen bij het woord al krijg ik de kriebels) zijn. We zijn er namelijk verschillende winters geweest en ik heb ze nooit gezien in mijn (vijfsterren) hotels. Hooguit een enkeling op straat die ik uiteraard van kilometers afstand al had gezien en dus iedereen in een radius van zeg vijf meter, met een volume van standje ‘whoohoo’ gewaarschuwd heb om er niet op te trappen.
Die theorie geldt niet in de zomer. Niet aan de costa van het Spaanse vasteland en al helemaal niet op de andere Canarische eilanden, waarvan ik er inmiddels ook drie kan afvinken. Over die escapades kun je lezen in mijn boek. Dus ik wil in de zomer niet naar Spanje of de eilanden en in de winter ook niet naar een ander eiland. So Tenerife om te overwinteren it is. En alleen vijfsterren uiteraard. Want deze prinses op de erwt heeft dat gewoon nodig om dat vreselijke Nederlandse winterweer door te komen. Hesjtek dramaqueen. Hesjtek I don’t care what you think.
Terwijl ik nog met één been in Italie sta, probeer ik al iets uit te zoeken voor de aankomende winter. Want zon in het vooruitzicht is altijd goed. En zodra het geboekt is ben ik ook heel blij en verheug ik me er enorm op. Maar dan kruipt (ha ha pun intended) de tijd en de kou voort en beginnen zich in mijn hoofd langzaam maar zeker 100.000 rampscenario’s af te spelen. Want dankzij Gran Canaria tijdens de jaarwisseling van 2016 naar 2017 ben ik voor het leven getekend. Ook dat lees je terug in mijn boek.
Ik durf dat uiteraard niet hardop uit te spreken, want alles wat je aandacht geeft, groeit en voor de mannen – en de rest van de normaal denkende mensheid om mij heen – is het iets wat geweest is en dus klaar. Maar zo werkt Steef’s brein helaas niet. Tel daar de standaard stress die vliegen voor mij met zich meebrengt en het feest is helemaal compleet. Sommige factoren hebben we (lees Vief en Maya van The Travel Club) al afgedekt: geen RyanAir en geen Charleroi maar Condor vanaf Keulen Bonn Airport. Die ken ik nog niet, maar mijn favoriete luchthaven is Düsseldorf (met die leuke skytrain) dus ik ga ervan uit dat deze uit dezelfde categorie komt (want Duits dus georganiseerd).
Het boeken van een parkeerplaats gaat nog goed, maar mijn eerste error krijg ik als ik de stoelen in het vliegtuig moet reserveren. What the F… Dat heb ik nog nooit hoeven doen en ik dacht dat dat al afgetikt was bij het boeken van de tickets. Niet dus, maar gelukkig is de hulplijn altijd dichtbij. Ik zit het liefst zover mogelijk vooraan, want als ik achterin zit en die kist omhoog zie gaan, word ik niet goed. Haha, you’re funny, Steef. Stoelen vooraan kosten dus € 45 per stuk! Are you kidding me?! De rijen bij de nooduitgang zijn iets goedkoper en hebben wel extra beenruimte. Maar dan mag je je tas niet bij je houden, en daar word ik ook niet blij van. Dus dan maar de eerste rij daarachter, zo halverwege het vliegtuig. Oké, dat is geregeld, voor zowel de heen- als de terugreis. Weer een zorg minder en een vinkje van de lijst in mijn hoofd.
Terwijl ik verder rondsnuffel op de site van het vliegveld, kom ik iets tegen van een tijdslot boeken voor de security check. Ook altijd zo’n feest. Als je niet gestresst bént, word je het daar wel. We vliegen echter om half negen ’s ochtends. Dat betekent dat we om zes uur al op de luchthaven zijn. Zou het dan werkelijk zo druk zijn dat je een tijdslot moet reserveren? Uiteraard na wéér een check met de helpdesk op Wolder, boek ik er geen en vertrouw ik erop dat het soepel zal verlopen.
Maar dan vind ik ons vluchtnummer niet. Althans, niet in combinatie met Condor. Wel met Marabu Airlines… “Wat is DIT daan noe weer?!” Inmiddels heb ik mezelf van binnen half opgevreten en heb ik elke nacht dezelfde droom. En dan moet ik de koffers nog inpakken. Maar ik had me niet gerealiseerd dat ik gewoon tot vrijdagmiddag vijf uur zou werken en zaterdagochtend om half vijf moet vertrekken. Euhm… toch maar een vrije middag ruilen dan.

Als je al het bovenstaande terugleest, zou je niet zeggen dat ik ondanks alles toch nog enigszins relaxt dat vliegtuig (van Marabu) instapte. Dat komt omdat alles vanaf het moment dat we thuis wegreden, soepel verliep. Zodra we het vliegveld naderden, stond goed aangegeven welke kant we op moesten. In tegenstelling tot Belgische verkeersborden die soms voor verschillende interpretaties vatbaar zijn. Rechtdoor of rechtsaf, het is maar hoe je het bekijkt.. Vanuit de parkeergarage liepen we zo de terminal in, waar bij de incheckbalie nauwelijks iemand stond. We kregen klassieke, geprinte boarding passen. Daar werd ik helemaal blij van, want die kan ik bewaren voor het plakboek! Some things never change…
De security check verliep soepel en snel en niet veel later zit ik te genieten van mijn cappuccino van vijf euro. Want het blijft wel een vliegveld natuurlijk. Het wachten gaat redelijk snel voorbij en ik hoef maar twee keer te plassen. Langzaam wordt het licht en zien (en horen) we buiten het ene na het andere vliegtuig opstijgen. Ik vind het toch wel weer spannend… Na drie jaar weer vliegen. Dus ik smeer me suf met Stress Away en probeer ondertussen wat te lezen (lukt niet echt).
En dan Marabu… Ik wist niet wat ik moest verwachten, maar werd aangenaam verrast. Het zag er allemaal vrij nieuw uit, niet afgeleefd zoals vaak het geval is bij RyanAir en het personeel was heel vriendelijk. Oké, ogen dicht, oortjes in, nog een extra smeersel Stress Away en doen alsof ik bij een concert sta in plaats van in een vliegtuig zit. Vanaf het moment dat ik ergens op de achtergrond van Take That “cabin crew please be seated for take off” hoor, voel ik alle spieren in mijn lijf weer aanspannen. En alsof het een automatisme is, ontspan ik helemaal zodra ik voel dat dat voorwiel van de grond af is. Met droge ogen kan ik weer naar buiten kijken. One down, one to go.
De vlucht gaat voorspoedig, we hebben wind mee en de verwachte vluchttijd is vier uur en een kwartier; 25 minuten korter dan gepland. Terwijl we afdalen kunnen we al genieten van het uitzicht op El Teide. Ik hoor wel geluiden waarvan ik denk “we zullen maar zeggen dat het nog nieuw is” en de landing is ietwat abrupt en bumpy, maar we staan gelukkig toch op tijd stil haha.

Gelukkig rolt duo Pink & Blue even later ook weer gewoon van de bagageband (altijd een pak van m’n hart) en kunnen we daarna op zoek naar onze privéchauffeur die ons naar het hotel zal brengen. Het is zo’n twintig graden, maar dat voelt hier altijd warmer en beter dan thuis. Als we aankomen bij het hotel, komt er meteen een piccolo naar buiten om te helpen met de koffers. Loving it! Maar ik weet ook meteen dat dit veel fooi gaat worden deze vakantie hahaha. Hij haalt alleen wel meteen de stickers van het vliegveld van de koffers en die moeten uiteraard in het plakboek… Dus als ik dat – lichtelijk hysterisch uiteraard – vraag, kijkt hij me even raar aan “You need this?! Why??”
“Yes, si, I need them! For my euhm…”
“For je plekbook, he mam!”

Hij zal wel gedacht hebben “koekkoeeeeek”, maar goed. Ondertussen heeft zijn collega al welkomstdrankjes voor ons gehaald. Deze hele ontvangst en de lobby alleen al zijn echt wel Steefproof Plus! Dit is hoe ik wil dat mijn vakantie eruit ziet. Liever vijf sterren…
Maar dan… K*t. Onze kamer bevindt zich op de begane grond en heeft een terras en een tuintje. Slik. * DING DING DING * We weten allemaal wat ze daarvan zeggen…
Benieuwd hoe onze vakantie verder verliep? Je leest het volgende week… 😉